Naast Indische ballen heeft mijn moeder nog een specialiteit en dat is saté van varkenshaas. Geen verjaardag was compleet zonder stapels saté. Zelf eet ik weinig varkensvlees, op de worsten van Brandt & Levie, spareribs en varkenshaasje op zijn tijd na. Het blijft een feit dat saté van varkenshaas gewoon zo goddelijk lekker is. Het vlees blijft heerlijk mals en de barbecuesmaak maakt het helemaal af. Natuurlijk is de saté op z’n best als deze voor meer dan 24 uur wordt gemarineerd. Nood breekt eenmaal op zijn tijd weleens wet en dan is de kunst om de saté zo lang mogelijk te marineren.

Een tip van Sees is om de houten stokjes minimaal 30 minuten in koud water te weken, zo branden ze minder snel aan. Ik veeg overigens de stukken ui, gember en knoflook van het vlees af als ik de saté ga rijgen. De ervaring leert dat deze stukjes nogal eens aanbranden op de bbq.

Het enige dat nu nog rest is om zelf eigengemaakte satésaus te maken. Hier heb ik tot nu toe niet echt in uitgeblonken en is er nog geen recept The Lion Kitchen waardig geweest. Alle tips zijn welkom…

Varkenshaassaté (4 personen)
– 600 gr varkenshaas
– stuk gember ter grootte van je duim
– 2 tenen knoflook
– rode ui
– 4 el ketjap
– 1 el sambal
– olijfolie
– peper & zout

Snijd de varkenshaas in blokjes. Schil en snijd de gember in schijfjes. Pel en snijd de tenen knoflook eveneens in schijfjes. Pel de rode ui, snijd door de helft en daarna in reepjes. Maak een marinade van de rode ui, knoflook, gember, ketjap, sambal en een flinke scheut olijfolie. Breng op smaak met peper & zout. Meng de varkenshaas met de marinade en marineer voor minimaal 30 min (het liefst dus een hele nacht). Rijg de varkenshaas aan de stokjes en grill de saté rondom bruin op de bbq.

IMG_7278.JPGIMG_7280.JPG